Sint-Pietersbrugje Moen bijna terug in glorie hersteld

MOEN – De restauratie van het Sint-Pietersbrugje in Moen nadert haar voltooiing. Het brugje wordt momenteel terug opgebouwd op zijn oorspronkelijke plaats. De opening laat nog even op zich wachten, ten gevolge de coronacrisis. Dit vernam N-VA-gemeenteraadslid Johan Rollez via Vlaams volksvertegenwoordiger Bert Maertens (N-VA).  

Het Sint-Pietersbrugje in Moen is een fraai voorbeeld van een 19de-eeuwse ijzeren hefbrug.

Onder toenmalig minister van Onroerend Erfgoed Geert Bourgeois (N-VA) adviseerde het Agentschap Onroerend Erfgoed de aanvraag voor de restauratiewerken aan de Sint-Pietersbrug in mei 2018 gunstig onder voorwaarden. De brug zou gedemonteerd worden, vervolgens gerestaureerd worden in een atelier, en daarna op dezelfde plaats en volgens de regels van de kunst terug opgebouwd worden. In het voorjaar van 2019 startten deze restauratiewerken. “In het atelier werden alle stalen onderdelen gezandstraald, waarbij duidelijk werd welke onderdelen behouden konden blijven en welke vervangen dienden te worden door nieuw materiaal. Het brugdek bleek in zo’n slechte staat dat dit grotendeels vernieuwd moest worden. De verschillende brugonderdelen werden opnieuw samengebouwd door te klinknagelen, de ambachtelijke en originele constructiemethode. Daarna werd de brug opnieuw geschilderd”, zo weet Johan Rollez.

“Niet alleen de brug zelf maar ook de landhoofden in blauwe hardsteen en de voetpaden en bestrating in kasseien werden gerestaureerd met veel aandacht voor het maximaal behoud van het historisch materiaal”, zo vult Bert Maertens aan.

Voltooiing nadert

“De restauratie nadert nu haar voltooiing: op 10 maart werd een proefmontage uitgevoerd; midden maart startte de definitieve montage op het terrein. Dit duurt enkele weken. In de oorspronkelijke timing zou de brug in april terug toegankelijk zijn, maar de afwerking loopt omwille van de coronacrisis wat vertraging op”, aldus Bert Maertens.

“Vanuit N-VA Zwevegem roepen we het gemeentebestuur op om dit erfgoedpareltje verder te koesteren en figuurlijk in de verf te zetten”, zo besluit Johan Rollez.