Matthias Diependaele bezoekt Transfo

ZWEVEGEM – Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele (N-VA) bracht op zaterdag 28 augustus een bezoek aan Transfo. “Ik wil N-VA Zwevegem van harte bedanken voor de uitnodiging. Met de Vlaamse Regering investeren we in totaal zo’n 3,1 miljoen euro om van de Transfo-site een aantrekkelijk plek te maken waar vergaderingen, conferenties of tentoonstellingen kunnen doorgaan. Erfgoed vertelt heel vaak een lokaal verhaal en geeft mee vorm aan de identiteit van de gemeenschap. Daarom vind ik het zo belangrijk om hier ter plaatse te komen kijken hoe de restauratiewerken verlopen. Ik wens N-VA Zwevegem ook heel veel succes met hun najaarsactiviteiten. Vanaf 1 september versoepelen heel wat coronamaatregelen en kunnen we opnieuw 't zwien deur de bjèten joagen.”

“Minister Diependaele zette recent het licht op groen voor een volgende fase in de restauratie van de Transfo-site en kende hiervoor een premie van 640.000 euro toe. Reden te meer om de minister eens uit te nodigen voor een bezoek aan de site”, aldus afdelingsvoorzitster Isabelle Corbet. Met deze middelen wordt de pompenzaal gerestaureerd. Ook de gevels en de daken van het oud-transfogebouw worden gerestaureerd. Het oud-transfogebouw is een restant van de oorspronkelijke bouwkern uit 1913, samen met de koelreservoirs. Vorig jaar kende de minister een premie van bijna 850.000 euro toe voor de ontsluiting van de centrale gebouwencluster.

“Het bezoek van de minister bevestigt de waarde van Transfo: een industriële erfgoedsite die we samen we samen met tal van partners een duurzame en gedragen herbestemming willen geven”, aldus Isabelle Corbet.

Najaarsplannen

Het bezoek van de minister was meteen de aftrap van een ganse reeks najaarsactiviteiten van N-VA Zwevegem. “Vanzelfsprekend is er ons jaarlijks leden- en sympathisantenfeest Moeder Niet Aan Het Fornuis op 17 oktober, met als gastspreker N-VA-ondervoorzitter Valerie Van Peel. We plannen ook enkele andere evenementen, waarover binnenkort meer. En onze gemeenteraadsfractie zet natuurlijk het constructieve oppositiewerk verder”, zo besluit Isabelle Corbet.