U bent hier
Een nieuw zwembad: durven kiezen
Op maandag 12 oktober keurden N-VA, sp.a en Gemeentebelangen het dossier voor de bouw van een nieuw zwembad goed. Een privé-bedrijf zal het ontwerpen, bouwen en uitbaten. In ruil krijgt dat bedrijf een zogenaamde werkingssubsidie van ongeveer 1 miljoen euro per jaar. Dat is net iets minder dan het huidige, bijna 40 jaar oude zwembad vandaag kost aan de gemeente.
Samenwerking
Zwevegem gaat hiervoor een samenwerking aan met Kortrijk, dat ook een nieuw zwembad plant in het stadsdeel Weide. De zwembadcomplexen van Zwevegem en Kortrijk gaan elkaar niet beconcurreren maar vullen mekaar aan. Zo worden bijvoorbeeld in Kortrijk enkele 50m-banen voorzien, terwijl Zwevegem net de nodige diepte aanhoudt voor synchroonzwemmen (de Zwevegemse synchroclub Flamingo presteert uitstekend op nationaal en internationaal niveau!) en de duikverenigingen. Inwoners uit beide gemeenten zullen tegen inwonertarief van de verschillende complexen gebruik kunnen maken.
Door deze samenwerking kunnen we heel wat ‘meer zwembad’ krijgen voor het beschikbare geld. Een van de duidelijkste voordelen is dat beide baden personeelsleden kunnen ‘delen’, zodat de uitbating goedkoper kan. Dit heeft dan weer een gunstige invloed op
De oppositie heeft al heel wat kritiek gespuid, vooral via simplistische cartoons op Facebook. En die bevatten nogal wat onzin.
Recreatie
De oppositie geeft toe dat nog niet bekend is hoe het nieuwe bad er zal uitzien, maar ze weten wel al dat er geen ruimte meer zal zijn voor recreatie. Een glazen bol met verse batterijen!
Zwevegem eist van de private partner dat er voorrang wordt gegeven aan scholen en sportclubs en dat er ten minste een beperkt recreatief gedeelte komt. Weinig aandacht voor recreatie? Je moet weten dat een private partner zijn winst haalt bij de recreatieve zwemmer. Wij hebben dus de (voor de uitbater) dure gebruikers beschermd. De uitbater heeft er alle belang bij om zoveel mogelijk ruimte te creëren voor de recreatieve zwemmer. Hij zal dit zelfs moeten doen – zonder dat de gemeente het eist – om het zwembad zo rendabel mogelijk te maken. Daar hoeven we ons echt geen zorgen over te maken.
Daarnaast mogen we ook eens vergelijken met de situatie vandaag. Wie recreatief wil zwemmen, laat zich al lang niet meer verleiden door een glijbaan en wat bubbelbaden. Veel jonge gezinnen die eens een middagje willen ‘zwemmen’ trekken vandaag naar echt recreatieve baden zoals Waregem en zelfs Menen, waar het water bovendien een stuk warmer, en dus aangenamer is. In de toekomst kunnen die gezinnen ook naar het gloednieuwe bad in Kortrijk – tegen het gunstige inwonertarief. Bovendien komt er zeker een recreatief deel in Zwevegem en het is goed mogelijk dat dat zeer stevig zal zijn, om dezelfde rendabiliteitsreden die daarnet aan bod kwam.
Meer voor minder?
Een andere cartoon van de oppositie vertelt hoe schandalig het is dat de Kortrijkzaan (via de werkingssubsidie) 20€ betaalt voor de nieuwe zwembaden en de Zwevegemnaar 40 euro, voor een kleiner bad. Dit is wel erg simpel.
Voor de duidelijkheid: op vandaag weten we nog niet hoeveel de werkingssubsidie zal bedragen, niet voor Kortrijk, niet voor Zwevegem. Wel hebben beide besturen bekend gemaakt hoeveel ze bereid zijn te betalen. Voor Kortrijk gaat het over 1,5 miljoen euro per jaar, voor Zwevegem 1 miljoen. Waar komt dit bedrag vandaan? Eenvoudig: dat is – naar beneden afgerond – wat het huidige – verouderde – zwembad vandaag kost. Hoe Kortrijk zijn beschikbare budget heeft bepaald, is niet ons probleem.
Is het oneerlijk dat deze verhouding niet overeenstemt met de verschillen in inwoneraantallen? Dat zou het kunnen zijn. Dat zou oneerlijk zijn als er 1 zwembadcomplex wordt gebouwd voor beide gemeenten samen, wat niet het geval is. Dat zou oneerlijk zijn als de twee baden als één enkel project worden gezien en er in Kortrijk een bad zou komen ter waarde van – zeg maar – 2 miljoen per jaar en eentje in Zwevegem ter waarde van een half miljoen per jaar. Ook dat is niet het geval.
Wat is dan wel het geval? De kandidaten die een offerte indienen, moeten een prijs opgeven per complex. Dus: een prijs voor het Kortrijkse complex en een aparte prijs voor het Zwevegemse. Kortrijk zal het complex in Kortrijk betalen, Zwevegem het complex in Zwevegem. Is dat oneerlijk? Neen, Zwevegem krijgt het project waarvoor het wil betalen. De Zwevegemnaar zal niet meebetalen voor het Kortrijkse bad, maar er wel kunnen genieten van de voordelige inwonertarieven. En omgekeerd.
Als we de redenering van de oppositie doortrekken, dan zou Spiere-Helkijn (+/- 2.500 inwoners) een zwembad kunnen bouwen voor 50.000€ (tegen 20€ per inwoner, zoals in Kortrijk) of voor 100.000€ (tegen 40€ per inwoner, zoals in Zwevegem). Jammer genoeg zijn de bouwprijzen niet afhankelijk van het aantal inwoners van een gemeente.
Meer voor meer?
Een ander verwijt is dat er teveel rekening is gehouden met de beschikbare middelen en onvoldoende met wat de Zwevegemnaar nodig heeft. De oppositie maakt daarbij ook meteen een analyse van wat nodig is: een 50m-bad, veel recreatie, opgelegde, kunstmatig lage tarieven voor iedereen, … Allemaal ingrediënten voor een substantieel hogere werkingssubsidie, want, wat de zwemmer niet betaalt voor zijn zwembeurt, betaalt de belastingbetaler via de werkingssubsidie.
Onze analyse: Zwevegem heeft op eigen grondgebied in de eerste plaats voldoende zwemwater nodig voor zijn scholen en sportclubs. Daarnaast is er ruimte voor de recreant. Door samen te werken met Kortrijk, bieden we zelfs veel ruimere sport- en recreatiemogelijkheden dan vandaag op nauwelijks 6,5 km afstand. De tijd dat Kortrijk aan de andere kant van de wereld lag, ligt ver achter ons. Bovendien kan het niet de bedoeling zijn om de begrotingsdiscipline los te laten. Daarvoor hebben we met z’n allen al teveel inspanningen geleverd.
Conclusie
De Zwevegemnaar heeft in de eerste jaren van deze legislatuur veel inspanningen geleverd om de begroting op orde te houden en de schuld af te bouwen (- 8 miljoen op 2 jaar tijd!). Die inspanningen kunnen we niet laten verloren gaan omdat een aantal zwemmers graag in een 50m-bad zwemmen.
We hebben onderzocht wat de financiële draagkracht is van de gemeente en dan prioriteiten bepaald. We hebben keuzes moeten en durven maken. Keuzes waarmee we de niet-rendabele zwembadgebruikers, zoals scholen en sportclubs, maximale beschikbaarheid en minimale tarieven garanderen in eigen gemeente. Tegelijkertijd krijgt de recreant ruimte in Zwevegem én in Kortrijk.
De titel van het bestuursakkoord van deze meerderheid is meer dan ooit van toepassing: “Samen durven veranderen!”